Stedendriehoek

Op zoek naar een lift naar Albanië

ZUTPHEN – Achttien dozen vol, zo’n 500 kilo, wachten op een lift naar Albanië. “Een busje met chauffeur, dat zou ideaal zijn”, vertelt Jan Jansen. De dozen bevatten kranten, een complete verzameling van de periode 1991-1997. Wie helpt Jan deze collectie terug thuis te brengen? Dit project wordt gesteund door de Nederlandse ambassade in Tirana.

Jan was in 1991 voor het eerst in Albanië. Om op te hoogte te blijven van de situatie in het land begon hij kranten te verzamelen. Twee keer per maand kreeg hij een pakket kranten thuisbezorgd. Tot 1997. Toen nam het internet een vlucht en kon Jan online de situatie bijhouden. De kranten zijn goed bewaard gebleven en wachten nu op een enkele reis naar het thuisland. Een geschenk van Jan aan de Faculteit Geschiedenis van de Universiteit van Tirana. Een waardevol geschenk voor hen, vooral gezien in Albanië veel verloren is gegaan. 

Jan werkte 25 jaar bij Amnesty International vrijwillig als deskundige op het gebied van Joegoslavië en Albanië. Hij spreekt de talen, die hij nog steeds bijspijkert in Kosovo. “Vanaf het jaar 1991 tot 1997 heb ik alle kranten verzameld om op de hoogte te blijven van de situatie aldaar. Deze kreeg ik opgestuurd van Liri Belishova, die ik tot een paar maanden voor haar dood – op 23 april 2018 – nog heb ontmoet.” Hij heeft in die periode veel onderzoek gedaan in die landen naar schendingen van mensenrechten. Soms met gevaar voor eigen leven. 

Liri – geboren in 1926 – had een belangrijke politieke functie in Albanië tussen 1944 en 1961. Ze was de dochter van Kamber Belishova, de Albanese patriot die participant was in het congres van Durres en de Vlora War. In 1961 viel zij in ongenade omdat zij de lijn van Chroestjov wilde volgen en het land democratiseren. Zij werd door Chroestjov, namens de Komintern (Komunistische Internationale) naar China gestuurd om te proberen Mao over te halen bij die organisatie te blijven. Tevergeefs, China brak met de Komintern. Chroestjov haalde haar nog aan in zijn memoires. 

Bij terugkeer in Albanië had Enver Hoxha ook gebroken met Moskou en mocht ze 30 jaar in eenzame isolatie wonen. Man en broers gingen de gevangenis in of verloren hun positie. De hele familie werd vervolgd. Jan heeft haar leren kennen bij zijn eerste bezoek aan Albanië. Zij werd door de geheime dienst uit haar appartement gezet dat ze net van de gemeente Tirana had gekregen en woonde op straat. Dit omdat ze in een interview met de NRC had gezegd dat de Socialistische Partij het morele recht verloren had om nog te blijven bestaan als partij. “Ik was de enige buitenlander die haar onder de ogen van de Sigurimi, de geheime dienst, openlijk opzocht op straat. Ander buitenlandse journalisten durfden dat niet. En zo zijn we vrienden geworden. Het is een dame met karakter en lef. Dankzij haar werk om mij jarenlang de kranten op te sturen, is nu een volledige collectie bewaard gebleven.” 

Wie Jan kan helpen de verzameling op een veilige manier naar Albanie te vervoeren, kan contact met Jan Jansen opnemen via telefoon 06-12262928. 

Twee werelden bij elkaar brengen
Jan kent veel mensen in Albanië en Kosovo, als gevolg van zijn intensieve interesse in deze landen. Zo kwam hij ook in contact met Fatos Lubonja (geboren in 1951). Fatos is een Albanese schrijver en dissident, nu de bekendste politiek analist. Als gevolg van zijn kritiek op het stelsel, werd hij gearresteerd, net als zijn vader Todi Lubonja. Tien jaar gevangenis stond hem te wachten, maar eenmaal in de gevangenis werd zijn straf nog eens verhoogd tot 25 jaar omdat hij werd beschuldigd van aanhang van een pro-Sovjet circuit. Hij schreef na die tijd een boek hierover. Het was 1991 toen Fatos vrij kwam. Op dit moment is Jan het boek aan het vertalen.

“Ik ben twee werelden naast elkaar aan het leggen. Onze totaal verschillende jeugd. Dat zou ik graag in een documentaire vertellen. En de vertaling, die wil ik aan hem geven.”