Stedendriehoek

Klimaatkritisch

We kijken wel even of we de kroeg in gaan, en dat vind ik een mooi uitgangspunt. Ik krijg een mail van mijn lievelingscabaretier – mooi Scrabblewoord. Vrijdag gaan we een biertje drinken. Blij. Dat ben ik. Omdat we elkaar weer even zien. Omdat hij, toen ik nog niks kon en nog geen column officieel gepubliceerd had, er al in geloofde. Ik geloofde niets. Wat kon zo’n blond grietje uit Terwolde nou beginnen, in columnland. Dat lukt nooit.

Mensen doen een beetje gek. Zo laatst ook. Kindertjes en pubertjes staken voor het klimaat. Ze voelen nattigheid; en is het niet spreekwoordelijk, dan is het wel over een tijdje omdat de zeespiegel met decimeters stijgt. Een kwart van de tieners weet niet eens hoe je het woord klimaat spelt en de andere driekwart heeft een scooter. Maar er werd gespijbeld. En ik vind dat magistraal mooi. Een paar van die hormonerige puberpuisten die de hele wereld willen, en nog kunnen, veranderen. Die eerst staken, waarna ze met zijn allen gaan zitten vreten bij de McDonald’s. Dat is toch schitterend? Dat old MacDonald a bio-industry-farm has, dat doet er niet toe. Dat old MacDonald zelf één van de grootste schavuiten op het gebied van klimaat is, vergeten we even. Er moet toch gegeten worden. Er moet gestreden worden.

En wat er dan gebeurt, dat doet mijn blonde bol verbazen. Een horde horken gaat daar dingetjes van vinden. Ze vinden dat de pubers naar school moeten. Dat het wel meevalt, met dat klimaat. Op Facebook ging er een plaatje in de rondte, met de volledige wereldkaart in het groen. Nederland stond als piepklein puberpuistje in het rood. Daarbij stond de weergaloos satirische tekst: ‘Nou, Nederland gaat de wereld redden als het elektrisch gaat rijden en voor een beter klimaat gaat!’. Met andere, dikgedrukte woorden: stop maar met je druk te maken om de aardkloot. Als klein land kun je niks betekenen. Je bent niks. Je begint niks. Dat lukt nooit.

Als je kritiek krijgt, moet je je kop omhoog houden, het meenemen en vooral dóórgaan om het beter te doen. Dat zei dezelfde cabaretier, met wie ik vrijdag een biertje ga drinken. Je moet incasseren. Waarheden eruit vissen en beter worden. Men mág wat van je vinden. Men moét zelfs wat van je vinden. Als ze niets vinden, is het dood, ben jij in feite dood, want je zégt kennelijk niks.

Mensen doen een beetje gek. Hoe kun je nou wat vinden, van pubertjes die voor goeie doelen staken? We hebben toch allemaal idealen (gehad)? Wees blij dat ze zich niet bekeren tot de bontkraagbond! Of lijm staan te snuiven in het fietsenhok! En ook al bestelt deze roedel puppy’s naderhand een dikke burger bij de gele M, feit dat ze het woord klimaat in hun beugelbekkie nemen, is toch al goed? Het gaat toch om de stapjes, niet om de grootte ervan? Dat ze ondertussen de lampen in huis aanlaten, goedkope rommel inkopen op Ali en ze af en toe een plofkipburgertje naar binnen schuiven, doet daar toch geen afbreuk aan? Waarom moet het zo zwart-wit? Waarom doen we toch zo boos? We worden boos, omdat we weten dat die kleine plofkippubers een punt hebben. Een donkerrood puberpuistpunt en we wéten het.

Onbewust is dat een reactie. Een reactie op kritiek. Vegetariërs, veganisten, milieubewusten en andere verbeterlui. Ze zijn irritant. Want ze hebben, zonder er een woord over te reppen, onbewust kritiek op de standaard leefstijl. En we weten dat ze gelijk hebben! Daarom is het zo verrekte irritant. Daarom zijn die puberige puistenkoppen zo intens tenenkrommend. Want ze hebben gelijk. Ze zeggen niet dat de hele wereld uit rapaille bestaat. Maar ze komen het probleem onder ogen. Ze zijn kritisch.

Dus, neem de raad van de cabaretier aan. Incasseer kritiek. Kijk er loepzuiver naar. Drink een biertje. Slaap er een nacht over. Trek het je niet persoonlijk aan en vis er de juiste waarheden uit. Dan lukt alles.