Stedendriehoek

Gorsselse oorlogsjournalist brengt Sulawesi in beeld

GORSSEL/SULAWESI – “Mijn buurmeisje gaat dood, ik kan niet komen.” Deze woorden hoorde Bud Wichers van zijn lokale assistent met wie hij samen op zoek zou gaan naar verhalen van overlevenden in Sulawesi. De Gorsselse cameraman is gewend aan het zien van schokkende beelden, maar soms komt het toch dichterbij dan verwacht. Bud is op dit moment op Sulawesi om met lede ogen aan te zien wat de verwoestende aardbeving en tsunami eind september heeft aangericht op het Indonesische eiland.

Terwijl de dood overal is te ruiken brengt Bud de situatie in beeld en houdt contact met redacties. Een groot aantal lichamen dat onder het puin ligt is nog niet geborgen en dat terwijl de bulldozers klaar staan op de restanten van huizen met de grond gelijk te maken. Het dodental gaat richting de 2100 en er zijn nog zo’n 5000 personen vermist. Bud is op een journalistenvisum naar het rampgebied gereisd. “Hulp vanuit het buitenland was eerst niet nodig volgens de president van Indonesië, maar journalisten zijn welkom. Zo kunnen ze de wereld laten zien dat ze het zelf wel kunnen. Het is simpelweg een politiek statement.”

Haar wijk was minder zwaar getroffen en juist dat koste Kina het leven
De 29-jarige Kina, het buurmeisje van de lokale assistent van Bud, lag met een gebroken been een halve dag vast onder het puin van wat tot voor kort haar huis was. De aardbeving zorgde ervoor dat de muur en het dak van haar huis, dat in de wijk Biromaru stond, instortte. “De wijk waar Kina woonde had geen prioriteit, waardoor het heel lang duurde voor er hulp kwam. Bijna haar hele familie overleefde de rampen en deed alles wat hun in hun macht lag om hulp te vinden voor haar. Het duurde lang voordat de Indonesische hulpverlening op gang kwam. Ze konden de situatie niet aan, dus hulpacties werden naar de plaatsen gestuurd die het ergst getroffen waren. Kina is uiteindelijk naar het ziekenhuis gebracht, maar veel te laat. Daarbij zijn de medische voorzieningen hier heel slecht met als gevolg dat de operatie aan haar been mislukte en Kina overleed aan haar verwondingen”, vertelt Bud.

‘Wil je mee naar de begrafenis?’
Dit vroeg zijn assistent toen hij opnieuw contact opnam met Bud. Op de schouders van familieleden werd Kina naar de moskee gebracht, waar met een kleine ceremonie afscheid werd genomen van haar en werd gebeden. “Daarna reed ik met de familie mee naar het familiegraf in Tasina. Echt alles was kapot daar.” Samen met haar broer leggen drie mannen haar lichaam, in een wit laken gewikkeld, in het graf en volgens Islamitische wijze werd er een plank naast haar lichaam gelegd. “Ik had de tranen in mijn ogen toen er, bij wijze van ceremonie, een schep zand op het lichaam werd gegooid en er gebeden en gelezen werd uit de Koran. Ik heb zelf Indonesisch bloed en voel me dan ook extra verbonden met de mensen hier. Het is zo bijzonder dat ik hierbij mag zijn.”

Veel families hebben verdriet, zo ook de familie van Kina. “Maar haar broer vertelde mij dat zij tenminste afscheid hebben kunnen nemen en Kina een begrafenis hebben kunnen geven in tegenstelling tot de meeste slachtoffers die achter blijven onder het puin. Nu moet de hulp op gang komen. Het ingezamelde geld moet gedistribueerd worden, iets dat maanden zo niet jaren duurt, voor het bij de mensen is die het nodig zijn. Zodra wij hier weg gaan, begint de ellende pas voor de mensen hier. Ik heb me dan ook aangesloten bij de actie Hart voor Sulawesi van de stichting My Roots die zich inzet voor kinderen die wees zijn geworden. www.sulawesi.hart4indonesia.com

Bron en foto’s: Bud Wichers.