Stedendriehoek

GOED BEKEKEN – Pup

Erotiek is voor een groot deel psychisch. Ik hoor het mezelf weleens zeggen. Tijdens een natafelsessie. Of tegen een vriendin, als het koffiedrinken uitmondt in een gesprek over intieme zaken. Afgelopen week heb ik een nieuw fenomeen ontdekt dat óók onverwacht psychisch kan zijn: vakantie.

Dat was een verrassing. Ik dacht altijd dat er aan specifieke voorwaarden voldaan moest worden voor het echte vakantiegevoel. Ik moest vrij hebben en we moesten weg van huis. Liefst naar Frankrijk of Italië.
Maar dat hóeft dus helemaal niet.

Het regent opdrachten, vandaar dat ik nog lang niet vrij ben. En een reis naar het zuiden zit er vooralsnog niet in. Daar zit ik wat over te sippen, met een piepende hond aan mijn voeten en een andere die van de weeromstuit mee piept, terwijl ze nooit piept… Die andere is onze eigen hond, de pieper is de pup waar wij op passen terwijl zijn baasjes vakantie vieren in Spanje. Het is een al wat grotere pup, die weet wat ze wil. De nachten doorbrengen in een mensenbed bijvoorbeeld, en niet al te veel tijd besteden zonder aandachtig gezelschap.

Dat piepen maakt duidelijk dat er weer wat moet gebeuren. De zon breekt door, het wordt onverwacht warm aan het einde van de dag. Ik heb net het diner van een mediterrane-catering-buurvrouw opgehaald. In de hoek van de kamer ligt een grote rugzak klaar, voor over een paar weken – als we op vakantie gaan.

Het piepen, die rugzak en de maaltijd zorgen voor een lumineuze kortsluiting in mijn brein: we gaan picknicken. Dochter heeft een ander plan: uit eten met vriendinnen. Zoon is met een vriendje naar het zwembad.

Vriend en natuurvorser S. wil wel mee. Zo komt het dat we gevieren – twee honden, twee mensen – de stadsnatuur in trekken. Langs de Biotoko lopend valt het me al op: meestal fiets ik hier, nu we wandelen zie ik meer details. De bloempjes in het braakliggend terrein naast het restaurant bijvoorbeeld.

Bij de Noorderhaven hangen jongeren in zwemkledij over het hek: gaan ze springen of niet?
Jullie honden moeten eerst!’ roept een jongen.
‘Die gaan zo de IJssel in!’ roep ik terug.
Een kwartier verderop vinden we de plek. Klotsend water op de rivieroever wegens voorbij tuffende schepen. Kattenstaart wilgenroosje en wilde kamille in de berm zo determineert vriend S. De honden verkennen het baaitje waaraan we zijn gaan zitten. Op een konijnenpoot na mogen ze alles wat ze vinden van ons opeten.

Zelf genieten we van een bulgursalade met geroosterde aubergine in honing. Glaasje water glaasje rosé. Putters vliegen over. Een tureluur klinkt vanaf de overzijde. Vanuit dit perspectief hebben we de oude wasserij nog niet eerder gezien.

Berugzakt wandel ik een paar uur later met het picknickgezelschap terug over de Houtmarkt. Kilo’s zorgen lichter. Een groot vakantiegevoel rijker. De pup blaft naar alle collega’s die ze op de terrassen ontwaart. We lachen erom.
Bermtoerisme in eigen stad: daar kan geen meditatie tegenop.