Stedendriehoek

Blijdschapsvuur

‘Zit ik daar. Alleen. Drie uur lang. Het leken er wel zes. Met zijn schoonzus, moeder en twee andere dooie dienders in de woonkamer. Zie je het voor je, Rens?’

Feit dat ik gier van het lachen, maakt dat hij weet dat ik het voor me zie. We zien het allebei voor ons. Mijn oude vadertje, op verplichte verjaarsvisite bij een oud-collega die hem moedeloos alleen laat in de woonkamer. Tussen een stelletje uitgebluste, grijze, naar saaiheid riekende individuen.
Hij neemt een slokje van zijn Herfstbokje. Ik aai het ouderwetse tafelkleedje en friemel wat aan een bierviltje. We zitten in het café en hebben pret. Onze ogen stralen jongensachtige baldadigheid uit en er wordt een taal gesproken die alleen wij kennen. We gieren. We lachen ons de tranen over de wangen. Hij is de meest sterke en positieve beer die ik ken. Hij is de olie op mijn blijdschapsvuur. We voelen ons goed.

Mensen die zich beter dan goed willen voelen, kunnen als het aan GroenLinks ligt binnenkort legaal XTC naar binnen schuiven. Ben ik de enige die daar om gegrinnikt heeft? Het argument was, las ik een tijd terug in een krantenartikel, om de drug op die manier gecontroleerd te kunnen uitdelen. Gecontroleerd trippen. Overheden hoeven het niet in de supermarkt te leggen, maar zo wil de regering de criminaliteit terugdringen en zorgen dat de pilletjes goed worden geproduceerd. Ik vond dat juist een fantastisch goed idee, de XTC naast de paracetamolletjes in de plaatselijke super. Dat boer Harm zich vergist en al trippend de koeien staat te melken. De koeien zullen Fristi in plaats van melk geven.

Eens in de zoveel tijd neem ik hem mee uit. Niet om in de lampen te hangen – dat gaat ook niet met ons postuur – maar voor een borreltje of een etentje. Ik zoek een ouderwets gezellige tent uit, we stappen naar binnen, bestellen een biertje en gaan grapjes maken. Hij is de koning van de anekdote. Sommigen vinden het langdradig, ik vind het mooi. Hoe hij langzaam, met woorden, een scène inkleurt. Niet in geuren en kleuren. Hij mietert er een hele doos glitters en parels overheen. Deels overtrokken, overdreven en uitvergroot. En ik zou het niet anders willen. Als we stoppen met anekdotes te overdrijven, dan kunnen we net zo goed stoppen met leven. Mijn vader is de contrasterende filter over Instagramfoto’s. Hij smukt op en maakt blij en ik zou niet zonder kunnen.

Er wordt gediscussieerd of drugs meer schade aanrichten dan alcohol. Persoonlijk vind ik het een beetje een gekke vergelijking. We vergelijken de middelen, omdat ze beiden zorgen voor een andere ‘state of mind’, maar het gaat om een totaal andere substantie en aanslag op ons lichaam. Het is cafeïne met suiker vergelijken. Appels met peren. Ze hebben alleen één gemene deler: ze laten je in een andere wereld zijn. Het is de olie op ons blijdschapsvuur. Ze vergroten, overdrijven en overtrekken de zaken. Ze maken dat we alles ‘amazing’vinden en de wereld in glitterende scènes naar binnen slurpen. De scènes smaken naar Fristi in plaats van melk.

‘Zit dat mens gewoon een úúr te mekkeren over haar zoon. Wat zeg ik, twee uur. Bijna drie. Echt! En ik maar knikken,’ en hij neemt nog een slokje van zijn Herfstbokje.
We schateren het uit. Hierom spreek ik af met mijn vader. Omdat hij mijn biertje en XTC-pilletje in één is. Die hebben we allemaal. Iedereen heeft een XTC-mens. Het mens waar je energie van krijgt. Kleur. Blijdschap. Waar je eindeloos verslaafd aan bent, soms zelfs zonder het door te hebben. Iedereen heeft een XTC-mens. Ik voel me goed, en met hem erbij op mijn allerbest. Ik zou niet zonder kunnen.
#KOMOPHANS