Stedendriehoek

Apeldoorn barst van het creatief talent

APELDOORN – De achterdeur van Salon 1813 aan de Deventerstraat 13 zwaait open en Emiel Bruggeman en Frans Polman dragen grote doeken naar binnen. “Zet daar maar even neer”, gebaart Lieuwe van der Chijs. Hij is initiatiefnemer van de overzichtstentoonstelling van Apeldoornse kunstenaars. “Eerder hebben we aandacht besteed aan gerenommeerde nationale kunstenaars en fotografen, zoals onder anderen Herman Brood, Peter Klashorst en recent Patricia Steur. Nu vonden we het tijd voor een tentoonstelling van lokale kunstenaars en fotografen.”

Frans Polman, Rob Weddepohl, Bas Fontein, Jenny Bakker, Stephan Peters, Wim Streep en Emiel Bruggeman tonen een aantal werken. Ook is er werk te zien van nieuw talent zoals Ingrid Wierts en Enrico Nieuwenhuis. En ook leuk: drie generaties Ringel: moeder en oma Riet, vader Rep en (klein)zoon Zeb van 14 jaar. En Kirsten van Campen, 16 jaar, die spontaan een paar werken kwam brengen. Al met al een mooi overzicht van wat Apeldoorn zoal aan kunst te bieden heeft. De tentoonstelling is tot zaterdag 17 februari te bezichtigen.

Geertje Waanders, werkzaam als kunsthistoricus in het Kröller-Müller Museum en betrokken bij de toekenning van de Wilhelminaring, verrichtte de opening: “Het is geweldig dat we in Apeldoorn kunstenaars hebben die zowel nationaal als internationaal naam hebben en gaan maken. Denk bijvoorbeeld aan Frans Polman en Bas Fontein. En hoe werk van illustratrice Jenny Bakker in meer dan zestig boeken te zien is. Rob Weddepohl zorgt dat hij schilderijen maakt waar je lang naar kijkt. Persoonlijk probeer ik in mijn werk het kijken naar kunst te verdiepen. Ik ben dan ook verrast dat inmiddels kunsthistorici worden ingezet om artsen naar kunst te leren kijken. Onbevooroordeeld kijken en dan beluisteren wat de kunstenaar erover te zeggen heeft. Het blijken betere artsen te worden in het stellen van diagnoses. Mooi toch? Er valt nog zoveel meer te zeggen over de kunstenaars. We mogen er trots op zijn. En complimenten aan Salon 1813 dat zij dit doen. Zo komen op een heel mooie manier ook mensen in aanraking met kunst die daar niet direct op uit zijn.”

De vraag aan enkele deelnemende kunstenaars luidt: ‘Word je kunstenaar of ben je het?’ Emiel Bruggeman glimlacht: “Ik bén het; ik heb altijd de drang gehad om dingen te laten zien en mijn gedachten te visualiseren.” Frans Polman peinst: “Ik was het al voordat ik geboren werd, waar ik toen ook was. Misschien had ik een voorbeeld, want mijn vader was een fijnschilder. De geur van de verf heeft iets met mij gedaan.” Ingrid Wierts heeft altijd de drang gevoeld iets te willen scheppen. Rep Ringel is vooral bezig zijn carrière als kunstenaar vorm te geven: “Ik zit al lang in de reclamewereld en ontwikkel creatieve concepten en bijvoorbeeld verpakkingen. Dit is heel commercieel en altijd gericht op wat de opdrachtgever wil. Ik ben nu op zoek naar meer autonomie en het schilderen daagt mij daar enorm op uit.” Tienerzoon Zeb heeft een paar mooie werken gemaakt, maar weet nog niet of hij kunstenaar wil worden: “Ik vind het leuk om te laten zien, maar ook spannend.”

Het belang van kunst is groot, vinden ze allen. “Dat wordt te weinig gezien”, zegt Frans Polman. “Volgens mij heeft het te maken met educatie. Ik geef wel eens lezingen op scholen en leerlingen weten niets over de kunst uit, bijvoorbeeld, de Gouden Eeuw. Daar liggen wortels van onze hedendaagse kunst.” Ingrid Wierts zit als docent dicht bij het vuur: “Ik probeer dat bewustzijn aan te wakkeren. Elke les eindig ik met een beeld, of kunstenaar. Het is heel mooi te zien dat er altijd wel enkele leerlingen zijn die er ook in verder willen. Toch hebben we er ook nog wel wat in te doen. Belangstelling is er wel, maar overgaan tot koop is toch een ander verhaal.”